Story - Eerste fase pilot NL

Toeleiden naar een stageplek
De eerste fase van het pilottraject
In september 2019 begonnen de eerste kandidaten met het voortraject van hun BBL-opleiding (door Gilde en Zuyderland Zorgcentra), die in februari 2020 officieel van start ging. Ze gingen tjdens dit voortraject in het begin vier dagen naar school; vervolgensdrie dagen school en een dag praktijk en op het laatst twee dagen naar school en twee dagen praktijk. Zo spijkerden ze hun (vak)taal bij, werkten aan hun werknemersvaardigheden, en leerden om te gaan met cultuurverschillen, ICT-vaardigheden en andere zaken die nodig zijn om een BLL-opleiding met succes te kunnen volgen. Sinds februari 2020 is het nog een dag in de week school en de rest praktijk bij een van de Zuyderland Zorgcentra, waar dit pilottraject is ingericht.
Dat voortraject was niet alleen ingericht om de eerste kandidaten met een diploma af te kunnen leveren, maar ook om te ervaren of en waar de ontwikkelde blauwdruk moet worden bijgesteld en aangepast om straks met succes in andere organisaties te worden toegepast.

Hectisch
In april 2019 werd Lieke Stevens-Leenders bij Zuyderland aangesteld als projectcoördinator. In haar vorige (onderwijs)functie werkte ze al veel met vluchtelingen, zodat ze bij Zuyderland een vliegende start kon maken.

De intakegesprekken met de eerste belangstellende vluchtelingen liepen al en de afdelingen waar ze een oriënterende stage zouden gaan lopen, werden voorbereid. Ook meteen het eerste leermoment.

“Doordat we in september met het voortraject voor de eerste lichting moesten starten, was de voorbereidingstijd kort en hectisch. Bovendien liep er al een ander project met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als er dan weer mensen komen die extra begeleiding nodig hebben, dan kan het als extra druk worden ervaren.”

Workshop
Toch zat de zaal vol met leidinggevenden, teammanagers en medewerkers van diverse afdelingen van de zorglocaties die meedoen aan het project toen eind mei de UAF workshop ‘Leadership & Diversity’ werd gehouden.

Interculturele communicatie was het thema dat in woord, beeld en interactie werd uitgewerkt. “De insteek was vooral heel praktisch, maar met een heel breed perspectief,“ zegt Lieke. “We bieden handvatten voor de omgang met collega’s uit een andere cultuur. Waar kun je tegenaan lopen, en wat valt misschien juist wel mee?

Een stukje interculturaliteit; want als je daar geen ervaring mee hebt, denk je er misschien vanuit jezelf hartstikke positief over, maar kan de samenwerking met iemand uit een ander cultuur toch tot onverwachte situaties leiden.

En vooral tot miscommunicatie, terwijl daar verder geen intentie achter zit. Miscommunicatie is in veel opzichten de grote valkuil van het project.”

Dat geldt ook voor de afstemming met zorglocaties en afdelingen. “Daar is het meestal behoorlijk druk en worden prioriteiten gesteld. Ze zijn niet de hele dag bezig met mail en communicatie rond het project. Daardoor denk je wel eens dat dingen bekend zijn, terwijl dat niet zo is. Het matcht nu eenmaal niet altijd 100%.”


“Een van de selectiecriteria was dat de kandidaten een taalniveau moesten hebben van minimaal A2. De meeste afgewezen kandidaten haalden dat niveau niet en dan wordt het moeilijk om een gesprek te voeren. Vaktaal komt in de opleiding zelf uitgebreid aan de orde, maar dat kan alleen als er al een met een voldoende startniveau. Op scholen zie je vaak dat leerlingen met een taalachterstand vastlopen op het schrijven van werkstukken of het opzoeken van informatie en gebruiken van bronnen; dat is in onze opleiding ook van belang, dus daar letten we op. Veel leerlingen in deze groep komen qua schoolsysteem uit een reproductiecultuur, zoals we die bij ons vijftig jaar geleden hadden. Tegenwoordig gaat het veel meer om inzicht en toepassing van bronnen.”
De belangstelling tijdens de informatiebijeenkomsten was groot.
Testen om te selecteren
Na de infobijeenkomsten werden geïnteresseerde kandidaten uitgenodigd om een dagdeel mee te kijken op een locatie van Zuyderland Zorgcentra om een beeld te krijgen van de dagelijkse praktijk van een helpende.

Wie daarna verder wilde werd uitgenodigd om een test af te laten nemen bij Gilde Opleidingen “Eigenlijk een heel algemene, digitale test.

Het gaat ook niet om slagen of zakken, maar om een indicatie te krijgen van motivatie en interesse, intelligentie en persoonlijkheidskenmerken.

Ook hierbij is het lastig als je de taal niet goed genoeg beheerst, want je moet elke vraag binnen een bepaalde tijd beantwoorden.
Vaak waren ze ook wel een beetje zenuwachtig, omdat ze niet precies konden inschatten wat het voor test was.

De testresultaten werden besproken in een van de twee selectiegesprekken die vervolgens voor alle testmakers volgden. In een 2e selectiegesprek werd ingegaan op de motivatie en leerbaarheid voor werken in de zorg. Op basis van deze 2 selectiegesprekken mochten 22 kandidaten door met het selectieproces.

De kandidaten die doorgingen werden in duo’s – zodat ze ook steun aan elkaar hebben – toegewezen aan locaties en afdelingen bij Zuyderland.

Daar volgden ze een stage van 12 dagdelen. Op basis van de opgedane ervaringen, zowel die van de kandidaten als van de organisatie, werd daarna bepaald wie door kon gaan

“Het viel op dat meer mannen dan wij gewend zijn in opleidingsklassen hadden ingetekend. Een aantal van de mannelijke kandidaten was in hun land van herkomst al werkzaam in de zorg, vaak op een hoger niveau, bijvoorbeeld als anesthesist, laborant of fysiotherapeut. Zij gaven aan het via het pilottraject – dat opleidt tot Verzorgende Niveau 2 – verder te willen doorgroeien.”
Terug naar 'Het Voortraject'
Share by: